Reality tv
Het is nationale broer- en zussendag. Een moeilijke dag voor mij. Zeker omdat het voor de buitenwereld niet te begrijpen valt dat ik dit een moeilijke dag vind. “Maar jij hebt helemaal geen broers of zussen” zei Marie onlangs nog tegen me toen ik haar vertelde over de moeilijke dag die er voor mij aan zat te komen. “Bovendien”, redeneerde ze pragmatisch “is dit niet eens een erkende dag zoals Vaderdag of Moederdag.” Ik zuchtte. Ze reageerde helaas net zoals iedereen die ik het vertelde. We kenden elkaar nog maar kort via het werk, ze was twee weken geleden op onze afdeling begonnen. We hadden enorm veel lol samen en ik had het gevoel dat ik alles tegen haar kon zeggen. Tegen beter weten in had ik gehoopt dat er eindelijk eens iemand zou zijn die mij wél zou steunen. Iemand die begrip voor mijn situatie zou kunnen opbrengen en met me zou meeleven. Maar helaas, ze reageerde net als alle anderen en vond me een aansteller, een aandachtvrager. Ik zou de spot drijven met mensen die te maken hebben gehad met een écht verlies en ik verloor ook bij haar alle geloofwaardigheid. Al sinds ik me kan herinneren weet ik voor de volle honderd procent zeker dat ik een tweelingzus heb. Ik voel wanneer ze pijn heeft, wanneer ze plezier heeft en voel dat ze ook aan mij denkt. Ik weet gewoon dat ze bestaat. Maar mijn familie ontkent haar bestaan echter in alle toonaarden. Onze moeder is tijdens de bevalling overleden door heftig bloedverlies en onze vader heb ik nooit gekend. Moeder heeft nooit aan iemand verteld wie de vader was. Ik mag er binnen mijn familie niet over praten, dat heb ik al snel geleerd. Erover praten betekent ruzie, knallende ruzies waarin we niet tot een compromis komen en ik straf krijg. Onze moeder was pas 16 jaar toen ze ons kreeg, ongetrouwd en komend uit een zeer gelovige familie. Haar vroege overlijden was volgens onze gemeenschap haar straf voor de zonde die ze begaan had. Ik word gedoogd om als voorbeeld te dienen voor de jongeren, zodat ze beseffen wat de consequenties zijn als je seks hebt voor het huwelijk. Bovendien riskeer ik dat ik weer word opgesloten in een psychiatrische inrichting. Dat heb ik in mijn jonge leven al twee keer meegemaakt en ik wil er voor geen goud meer naar terug. Daar lopen pas echt gekken rond! Dus heb ik een wereld gecreëerd waarin ik me kan terugtrekken en samen kan zijn met Monica. Mijn lieve mooie zus Monica. Ondanks dat we een eeneiige tweeling zijn, vind ik haar het knapst van ons tweeën. Zij is de oudste en neemt automatisch overal de leiding in. Ze is lief, charmant, ik kan enorm met haar lachen en ze heeft een duidelijke mening over hoe zij de wereld ziet. Maar de wereld snapt ons niet, heeft simpelweg geen begrip voor ons. Het enige wat zij zien is een jonge vrouw die in zichzelf praat. *** Meneer Pietersen is verdwenen op een zondagochtend. Hij was de deur uit gelopen met de mededeling “dat hij even de hond ging uit laten”. Ruby, zijn labrador, was uren later alleen thuis gekomen, hevig opgewonden blaffend en met de riem achter zich aan slepend. Dat was niets voor meneer Pietsersen, om Ruby zo maar alleen te laten. Wat kon er gebeurd zijn? Al snel vormden zich twee kampen in het dorp. De ene groep geloofde stellig dat hij met de noorderzon vertrokken was, de andere groep had bedacht dat hem iets vreselijks overkomen moest zijn. In het dorp gebeurde nooit zo veel en de bewoners waren hongerig naar sensatie. Zo konden ze even hun eigen saaie en uitzichtloze bestaan vergeten. Er werden geen sporen van geweld gevonden, dus werd al snel aangenomen dat hij daadwerkelijk met de noorderzon was vertrokken. De zoekactie werd dezelfde dag nog gestaakt omdat de herder van de politie, die naar Clarence de schele leeuw was vernoemd, geen enkel spoor kon ontdekken en al blaffend rondjes bleef rennen. Het beest had eigenlijk nog nooit iets gevonden, maar bij gebrek aan een beter alternatief was hij het enige wat de politie kon inzetten. Naast het feit dat hij scheel was, had hij voor een herder een opvallend korte snuit gehad. Net alsof een van zijn voorouders gekruist was geweest met een buldog. Maar Clarence had het bij het rechte eind gehad. Meneer Pietersen was nooit weggegaan. Door een groep truffelzoekers is hij jaren later per toeval gevonden. Een varken was al aan een wonderwel goed geconserveerd been begonnen. Het bleek dat meneer in een natuurlijke schacht was gevallen, gevuld met veen. De politie krabde zich achter de oren. Als Clarence het dus wel bij het rechte eind had gehad, waren er dan nog meer zaken waarin de politie iets over het hoofd gezien had? *** Mevrouw Trotselaar is een verzamelaar. En dan niet zomaar een verzamelaar, ze kan werkelijk NIETS weggooien. Tevens heeft ze een obsessie voor van die vreselijke spaaracties. Het maakt niet uit of ze het daadwerkelijk nodig heeft, als iets in de aanbieding is, dan moet ze het hebben. Het huis staat tot aan de nok toe gevuld met kleding, dozijnen tandenborstels en kilo’s aan hondenbrokken terwijl ze niet eens een hond heeft. Dozen met flessen shampoo, ontkalkingtabletten, pasta, zakjes slasaus, diverse krulspeldensets, meer dan 10 dekbedden, scheermesjes, pakken condooms, inlegkruisjes, pantykousjes, blikken tonijn, blikken maïs, honderden zakken soep. Tennisrackets, kinderkleding, kaarsen, lampen. De lijst is eindeloos. Plastic zakken gevuld met plastic afval. Plastic zakken gevuld met groenteafval, karton, glas. Verzamelwoede of niet, mevrouw doet wel aan het gescheiden bewaren van afval. Voorts heeft ze onder andere een verzameling barbies en aanverwanten waar menig jong meisje een moord voor zou doen. Van de meeste spullen weten zij en meneer Trotselaar niet eens het bestaan meer af. Afval en schatten, broederlijk verborgen onder stapels kranten, plastic en stof. Gelukkig voor mevrouw beschikt zij over een slank postuur, in tegenstelling tot meneer, die redelijk corpulent is. Ze heeft haar man in al haar verzamelwoede ingebouwd, hij kan geen kant meer op. Mevrouw is inmiddels een volleerd hink-stap-sprong atlete geworden die zich behendig langs alle stapels weet te manoeuvreren. Er hangt een verstikkende geur van ammoniak en uitwerpselen in het huis. Het beneemt je de adem en veroorzaakt prikkende ogen. Er lopen ongeveer 15 katten in het huis, die netjes hun behoefte in de daarvoor bestemde kattenbakken doen. Maar omdat mevrouw alles bewaart en katten graag hun nagels zetten in spullen waarvan je dat vooral niet wilt, ligt de inhoud van meerdere zakken gebruikte kattenbakkorrels her en der door het huis. Meneer zit dag en nacht in zijn stoel, met de afstandsbediening van de tv in zijn hand. Door zijn zwaarlijvigheid kan hij niet meer opstaan en slaapt en eet hij ook in die stoel. Mevrouw voert hem dagelijks drie maaltijden en zijn behoefte doet hij in een luier. U kunt wel raden wat er met de gebruikte luiers gebeurt. Meneer is zo dement als een deur en is zich gelukkig al niet meer bewust van zijn eigen bestaan, laat staan van de situatie waarin hij verkeert. De verzamelwoede van mevrouw is begonnen toen ze was bevallen van haar enige kind. De verantwoording voor een baby had ze niet aangekund. Meneer was in die tijd vrachtwagenchauffeur en zes dagen per week op de weg. Hij had wel gezien dat er iets aan de hand was met zijn vrouw, maar omdat hij geen zin in gedoe had gehad, en toch zes dagen per week weg was, had hij het maar zo gelaten. De ene dag per week thuis wilde hij simpelweg rust aan zijn kop en tv kijken. Hij is met de situatie meegegroeid, letterlijk en figuurlijk. Het was onschuldig begonnen met een aanbieding voor toiletpapier. “Koop er 2 en krijg de 3e gratis” zo had de slogan geluid. Dat liet mevrouw zich dat geen twee keer zeggen en ze had 40 pakken gekocht. De kleine bijkeuken stond meteen vol. Ze had altijd een goede reden om een aanbieding te kopen, het gaf haar een kik en het vulde haar eenzame leven. Sinds kort klagen de buren. De stank die vanuit het huis komt is werkelijk ondraaglijk en er ligt ook steeds meer troep in de tuin, wat ratten, duiven en meeuwen aantrekt. Die op hun beurt ook weer voor overlast zorgen. De gemeenteambtenaar die langs is gekomen krijgt letterlijk geen voet tussen de deur. Maar de buren geven niet op. Ze besluiten om contact op te nemen met de lokale nieuwszender. Want hier moet écht iets gebeuren. Al snel bruist het in het dorp, is er weer wat om over te roddelen. De nieuwszender bijt zich ook vast in dit verhaal. Dit is net wat ze nodig hebben om uit hun doodsaaie ritme te breken van het verslaan van weer een taartbakwedstrijd of het door de brandweer voor de derde keer in een week redden van dezelfde kat uit dezelfde boom. Er komt een ontruimingseenheid van de speciale politie, want het huis is net een bunker en mevrouw is niet van plan om zich zomaar gewonnen te geven. De buurt geniet zichtbaar als met bruut geweld de woning wordt binnengedrongen en mevrouw al schreeuwend en schoppend naar buiten wordt gesleept. Om meneer het huis uit te krijgen moet er eerst een groot deel van de troep uit het huis gehaald worden. Het duurt bijna een dag voordat er genoeg spullen uit het huis zijn gehaald om hem te ontzetten. Er moet zelfs een takelwagen aan te pas komen, het gewicht van meneer wordt op wel 300 kilo geschat. Maar tegen die tijd zijn de meeste buurtbewoners al huiswaarts gekeerd, het schouwspel duurt te lang, de nieuwigheid is er al weer af en bovendien is het etenstijd. *** Wat de liefde betreft heb ik echt pech gehad. Ik ben in korte tijd drie keer getrouwd en drie keer gescheiden. Door twee mannen werd ik geslagen en de derde ging vreemd. Daardoor ben ik drie keer verhuisd, want hoewel nummer een en twee een contactverbod hebben, voel ik me niet veilig meer. Vanaf de lagere school heb ik altijd vriendjes gehad. Maar toen ik er achter kwam dat ze alleen met mij omgingen omdat ik makkelijk over te halen was voor seks, hoefde het voor mij niet meer. Ik was eigenlijk diep ongelukkig. En na mijn drie mislukte huwelijken besloot ik dat het ‘pay back’ tijd was. Ik wilde mannen laten boeten voor alles wat ze mij en talloze andere vrouwen aan hadden gedaan en doen. Ik had wel eens op tv gezien dat er mensen waren die online een relatie hadden. Dat leek me wel wat. Veilig vanachter mijn computer kon ik zijn wie ik maar wilde zijn. Ik besloot een valse identiteit aan te nemen en maakte op een datingsite een gefantaseerd profiel aan, compleet met sexy foto’s die ik op het internet had gevonden. Al snel had ik ‘beet’. Mijn eerste contact was met een simpele gozer, Ken, en ik merkte dat ik een zekere macht op hem kon uitoefenen. Hij stuurde mij geld als ik daarom vroeg en hij adoreerde me volledig. En dat terwijl we elkaar nog nooit hadden ontmoet, sterker nog, we hadden nog nooit telefonisch contact gehad. Hij accepteerde wonderlijk genoeg mijn smoezen waarom we niet konden bellen en dat ik liever geen Skype of Facetime wilde opzetten. Ik wilde voor hem een mysterie blijven. En hij trapte er met open ogen in. Wat een giller! Ik besloot om nog een ‘slachtoffer’ uit te zoeken en had dezelfde dag nog contact met ene Mike. Mike was eigenlijk best een knappe vent. Lief, aardig, attent, liet ingesproken berichtjes achter en deed echt zijn best om me te veroveren. Hij leek precies te weten wat ik nodig had. Maar ik moest oppassen, me niet in vervoering laten brengen. Hij en Ken vielen niet op mij, maar op mijn alter ego Xantippe. Binnen een half jaar had ik ongeveer veertig online relaties, het werd een hele dagtaak. Het was verbazingwekkend hoe gemakkelijk het was om geld te krijgen van mannen die mij nog nooit ontmoet hadden. Ik ben net aan het chatten met Donald als de deurbel gaat. Geërgerd sta ik op. Donald en ik hebben nog niet zo lang contact en ik moet echt even al mijn charmes in de strijd gooien om hem in mijn web te spinnen. Ik loop naar de voordeur en doe open. Even word ik verblind door een fel licht, het is de zon die recht in mijn ogen schijnt. Een mannenstem begint te schelden, hij vloekt alsof hij de duivel zelf is en ik duik instinctief ineen. Ergens in mijn hoofd gaan alarmbellen af, ik herken die stem, ik herken dat gevloek. Als mijn ogen een beetje aan het felle licht gewend zijn kijk ik in een bekend gezicht. De ogen van de man lijken door mij heen te boren, spuwen vuur van kwaadheid. Mijn zicht is nog steeds niet honderd procent maar ik weet dat het David is, mijn eerste man. Hoe heeft hij mij gevonden? Ik kan wel door de grond zakken van ellende. Ik moet hier weg, maar vluchten kan niet meer. Hij komt op me aflopen en ik duik nog verder ineen. Ik ben bang voor wat er gaat gebeuren en bereid me voor op een klap op mijn hoofd, een stomp in mijn maag, of erger. Ik ben wat dat betreft een onvrijwillige ervaringsdeskundige geworden en weet precies wat Davids expertise in lichamelijk geweld is. Maar hij trekt me omhoog en sluit me in zijn armen. Even ben ik in verwarring en sta eerst als aan de grond genageld. Wat gebeurt er? Hij omhelst me in plaats van me te slaan? Op de een of andere manier ontdooi ik toch in zijn armen en voel me slap worden. Te laat besef ik dat de slapheid komt doordat hij een mes in mijn buik heeft gestoken. Ik voel een warme dikke stroom langs mijn buik en benen lopen. De metaalachtige geur van bloed bereikt al snel mijn neus. David duwt me van zich af en kijkt me aan met een kille blik in zijn ogen. “Zo schatje, wat jij doet kan ik ook. Ook ik kan een valse identiteit aannemen. Je bent echt stom hè, om hetzelfde e-mail adres te blijven gebruiken. Zo kon ik je mooi blijven volgen. Weet je door wat voor hel ik ben gegaan nadat jij mij zo nodig moest aangeven bij de politie? Die paar klappen had je bovendien verdiend en dat was helemaal niet zo erg zoals jij het beschreef. Een man mag zijn vrouw zo nu en dan best een corrigerende tik geven, dat is ons recht. En dan nu de onschuld uithangen en mannen het hoofd op hol brengen en geld afhandig maken, jij vuile trut!” Ik voel me met de minuut slapper worden en weet dat ik niet lang meer heb. Terwijl ik op de grond zak fluister ik onsamenhangend naar David. In een poging om te verstaan wat ik zeg, komt hij op zijn knieën naast me zitten. Hij heeft niet door dat ik het mes uit mijn buik heb getrokken. Met mijn laatste krachtsinspanning stoot ik deze tot diep in zijn nek. Hij slaakt een ijselijke gil en …. *** … ik schrik op als mama de huiskamer komt binnen rennen en me op de grond voor de tv ziet zitten. Ze zucht, komt naast me staan en kijkt me met wanhoop in haar ogen aan. Ik gooi mijn aller schattigste lachje in de strijd, maar ze is onvermurwbaar. Ze trekt de afstandsbediening uit mijn knuistjes en zet de tv resoluut uit. Ze roept naar papa die in de keuken zit. “Henk, Kareltje zit alweer voor de tv naar van die tenenkrommende Amerikaanse reality series te kijken. Je weet dat ik niet wil dat hij tv kijkt. En al helemaal niet naar deze troep, hij is verdorie pas anderhalf!” Ik kijk geamuseerd naar mijn moeder die licht hysterisch aan het worden is en naar mijn vader die boos de huiskamer binnen komt. Ik heb helemaal geen tv nodig.